Alledaagse moed

Socrates wist het al: niet alleen op het slagveld toon je moed, maar ook in het leven van alledag. De moed om ‘s morgens uit bed te komen, de moed om nee te zeggen als iemand je om hulp vraagt, de moed om je uit te spreken, de moed om je telefoon weg te leggen en een boek te pakken waarin je maar niet opschiet. We nemen aan dat iedereen ervaringsdeskundige is op dit gebied, en je voorbeelden te binnen schieten van alledaagse moed uit je eigen leven. 

Zijn het indrukwekkende voorbeelden? Misschien niet eens. Want is dat nou zo moeilijk, het daglicht onder ogen komen, het woordje nee in de mond nemen, die verdwaalde spin bij de poten vatten en buiten te zetten? Je komt er niet mee in de krant, en al helemaal niet in de geschiedenisboeken. En toch: ja, jij had er moed voor nodig, dus zullen wij het moed noemen. En dan is het ook moed, die je kunt aanwijzen in je verhaal, van nabij kunt bekijken en nader onderzoeken.  

Dat nader onderzoeken van onze alledaagse moed gaan we doen op de laatste vrijdagmiddag van september. Door onze hoogstpersoonlijke, alledaagse moed te onderzoeken aan de hand van onze ervaringen en de vragen die ze bij ons oproepen over moed. Want wanneer is moed goed? Hoe verhoudt moed zich tot onze angst en onze schaamte?  Wanneer is het beter om moed op te brengen, en wanneer kun je hem beter in je schoenen laten zinken? 

Door zo te onderzoeken wat moed voor ieder van ons betekent, zullen we samen misschien wijzer worden. Dan gaan we meer begrijpen van onze moed, en daarmee ook van onszelf. Tenminste, dat is de mogelijkheid die we samen nog waar moeten maken.  

Scroll naar boven