Voor het gesprek op 30 september 2016
“Urgente zaken zijn zelden belangrijk en belangrijke zaken zelden urgent”. Dit zei Dwight Eisenhower (voormalig president van de VS) en hij maakte als hulpmiddel een prioriteitenmatrix waarin urgente/niet-urgente en belangrijke/onbelangrijke zaken worden ingedeeld. Als we in onze planning de ingevulde matrix goed in de gaten houden, werken we efficiënter en kunnen we eindelijk onze kostbare tijd besteden aan belangrijke, en meestal niet-urgente, zaken.
In de uitspraak van Eisenhower lijkt urgentie ons een beetje dwars te liggen; als een opdringerig type die wil dat je dingen ‘nu doet’! Wat is dit voor mechanisme dat ons opjut? Wanneer voelen we dat urgentie aan het werk is? En wat ervaren we dan?
Als urgente én belangrijke zaken wordt gedacht aan: medische ingrepen, deadlines en crises. Tijdsdruk speelt hier een rol; er is dringende noodzaak. Maar kunnen we belangrijke zaken ook zonder tijdsdruk als urgent ervaren? Kunnen wij het voeren van een dialoog als dringende noodzaak ervaren?